Twentse boerderij
De Twentse boerderij komt, zoals de naam al aangeeft, voornamelijk voor in de Overijsselse regio Twente. Het is een regionale variant van de hallenhuisboerderij.
Constructie
De Twentse boerderij heeft een grote, rechthoekige en langwerpige plattegrond. Net als bij de Sallandse boerderij is rust de gebintconstructie oorspronkelijk op veldkeien, als werd dit later ook steeds vaker baksteen of beton. De gebintconstructie werd vroeger van eikenhout gemaakt, maar later ook van naaldhout.
Kap
De Twentse boerderij heeft een laag aflopend zadeldak, en een hoge kap met een groot, gesloten dakvlak. Soms zit er ook een knik in het dak. Doorgaans is de kap bedekt met kenmerkende rode dakpannen. Ook zijn vaak witte windveren met dekplank aanwezig. Dakgoten zijn niet aanwezig.
Gevels
De hoofdingang van de Twentse boerderij bevindt zich in de voorgevel of zijgevel. In de voorgevel zijn grote raampartijen met luiken aanwezig. Net als bij de Sallandse boerderij hebben de ramen vaak een roedeverdeling. Kenmerkend aan de Twentse boerderij is de houten topgevel aan de voor en achterzijde van de boerderij. Deze komen vooral in het midden en oosten van Twente voor, waar de architectuur nauw aansluit bij die van over de Duitse grens. In sommige gevallen steekt de topgevel iets uit over het onderste deel van de gevel. Dan rusten de planken op houten klossen of consoles, of op een uitkragend deel van het metselwerk.
Het achterhuis is symmetrisch opgezet en heeft grote baanderdeuren in het midden en kleine deeldeuren aan de weerszijde. Bij de baanderdeuren is vaak een onderschoer aanwezig. Ook zie je hier vaak een stiepelteken.
Bronnen:
- Twentse Erven. 'Hallehuis met topgevel.' Twentse Erven, https://twentse-erven.nl/typologie/hallehuis-met-topgevel/.
- Streekeigen Huis & Erf. Erven in Wierden: Aandacht voor Streekeigen kenmerken. Het Oversticht, 2011.