Erf van de Twentse laagten
Tussen de Sallandse heuvelrug en de heuvels in het oosten van Twente vindt je de zogenoemde Twentse laagten: natte lagere gronden. Voorbeelden van deze Twentse laagten zijn delen als het Elsenebroek en Kerspel-Goor.
De boerenerven zijn op deze Twentse laagten ontstaan op de dekzandkoppen. Dit waren plekken in het natte landschap die droog genoeg waren om op te wonen en voldoende ruimte gaven om te boeren. Rond en op de dekzandkoppen ontstonden de typische dorpen van de verspreid liggende erven als Elsenebroek. De boerderijen waren omgeven door bouwlanden en graslanden, die weer omringd werden door houtwallen en bosjes. Hierdoor ontstond er een kleinschalig en afwisselend landschap.
De boerderij[bewerken | brontekst bewerken]
De boerderijen van de Twentse laagten zijn vrij groot en de boerderij heeft doorgaans een houten topgevel en een relatief stijl dak. Het woongedeelte van de boerderij is vaak verbreed of er is een vertrek tegen de voorgevel aangebouwd, een zogenaamde bovenkamer, in Markelo de endskamer genoemd. In deze endskamer woonden de (groot)ouders van de boer.
Het hoge achterhuis van de boerderij werd gebruik voor het opslaan van hooi. Hooibergen kwamen op deze erven dan ook weinig voor. Wel kon je op deze erven een roggeberg (vaak vierroedig) of klein kippenhok vinden. De schuur op het erf werd doorgaans in dezelfde stijl als de boerderij gebouwd. In sommige gevallen liep de weg over het erf heen tussen de boerderij en de schuur door. Vaker lag de weg dichtbij het erf, zonder hier duidelijk van gescheiden te zijn. Hoewel er vaak geen ruimte was op het erf voor een houtsingel stonden er vaak wel enkele grote bomen op het achtererf die voor schaduw zorgde. Het geriefbosje van de boerderij lag in de lagere natte delen. Dit bosje bestond vaak uit planten die het goed doen op natte gronden zoals elzen, essen en meidoorns.
Beplanting[bewerken | brontekst bewerken]
Aan de voorzijde boerderij lag doorgaans de moestuin. Dit was het domein van de boerin, en deze werd tegen wild en vee beschermd door een haag van meidoorn of beuk. Liguster kwam op de erven van de Twentse laagten minder voor. Daarbuiten stonden aan de voorzijde of zijkant van het huis fruitbomen en een enkele walnotenboom. Enkele boeren in Kerspel-Goor hadden zelfs een grote productiefruitgaard. In de siertuin van de boerderij stonden onder andere pioenrozen en dahlia's.
Zie ook: Het Sallandse erf
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
A.M. van Velzen en J.R. de Vries. Omstreeks Markelo: De veranderende boerenerven in het Markelose landschap. Stichting Maarkels Landschap, 2006.