Ontwerprichtlijnen voor herbestemming
Wanneer een geschikte nieuwe bestemming voor een boerderij of agrarisch bijgebouw is gevonden en de cultuurhistorische, financiële en praktische eisen voor de verbouwing duidelijk zijn, kunnen de wensen en uitgangspunten worden omgezet in een concreet ontwerp. Een goed ontwerp bouwt voort op de cultuurhistorische waarden en het karakter van de boerderij, zodat de ontwikkelingsgeschiedenis van het monument zichtbaar blijft.
Uitgangspunten voor een goed ontwerp[bewerken | brontekst bewerken]
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zet een aantal uitgangspunten voor een goed ontwerp op een rij:
- Recht doen aan de cultuurhistorische betekenis: Aanpassingen moeten de specifieke cultuurhistorische waarde en context van de boerderij respecteren en integreren. Hiervoor is begrip van de wezenlijke kenmerken van het gebouw essentieel.
- Streef naar behoud van de historische bouwsubstantie: Oude bouwmaterialen en historische bouwtechnieken kunnen niet meer worden teruggebracht als ze eenmaal verloren zijn gegaan. Streef naar het behoud hiervan.
- Aandacht voor bijzondere kenmerken: Gebruik unieke elementen van het agrarische erfgoed als referentiepunten in het ontwerp. Het behoud en gebruik van deze punten verbindt het gebouw aan de omgeving waarvoor deze ontworpen is en versterkt de identiteit van die omgeving.
- Maatwerk: Elke boerderij vereist een op maat gemaakte benadering waarbij rekening wordt gehouden met het type en de ouderdom van de boerderij om de juiste balans te vinden tussen ingrepen en nieuwe functies.
- Reversibiliteit: Reversibiliteit betekent dat een toevoeging of ingreep later ongedaan gemaakt kan worden, waarbij oud en nieuw gescheiden blijven, zowel materieel als visueel. Hoewel het de voorkeur geniet boven permanente constructies, moet de investering in reversibele oplossingen wel realistisch blijven gezien de kapitaalvernietiging en eventuele funderingseisen.
- Hoge kwaliteit van ontwerp en vakmanschap: Om het nieuwe gebruik harmonieus te integreren in het historische gebouw, de impact van veranderingen te begrijpen en alleen waar nodig en met zorg herstelwerkzaamheden uit te voeren, is vakmanschap en diepgaande kennis van historische bouwtechnieken essentieel. Het wordt daarom aanbevolen om samen te werken met gekwalificeerde en ervaren professionals zoals architecten, ontwikkelaars en aannemers.
Praktische tips[bewerken | brontekst bewerken]
Daarnaast geeft de Rijksdienst verschillende tips om bovenstaande uitgangspunten in de praktijk toe te passen. Lees voor een uitgebreidere toelichting van de onderstaande punten de handreiking 'Een toekomst voor boerderijen'.
Houd de opzet en indeling van de gevels herkenbaar[bewerken | brontekst bewerken]
Wonen en werken vindt in historische boerderijen vaak onder hetzelfde dak plaats. Het gebruik van de ruimte is dan af te lezen aan de gevels. Bij een herbestemming of verbouwing is het van belang dat het onderscheid herkenbaar blijft, en dat historische en regionale kenmerken zoals stalramen en luiken worden behouden.
Maak optimaal gebruik van bestaande gevelopeningen[bewerken | brontekst bewerken]
Voor een nieuwe functie van een boerderij is meer daglicht vaak gewenst. Door optimaal gebruik te maken van bestaande gevelopeningen kunnen nieuwe gevelopeningen in aantal en omvang beperkt worden. Dit kan bijvoorbeeld door het plaatsen van een glazen invulling in een terug liggend kozijn, waardoor het karakteristieke geveldeel wordt behouden.
Behoud de dakvorm van het dak en beperk dakramen[bewerken | brontekst bewerken]
De kapconstructie van de boerderij of schuur is vaak het oudste onderdeel. Dit gesloten dakvlak kan echter een belemmering zijn voor een nieuwe functie waarbij meer licht of ventilatie gewenst is. Het is van belang dat bij eventuele aanpassingen de hoofdvorm van het dak behouden worden. Dakramen hebben hierdoor de voorkeur boven dakkappellen. Ook bij dakramen is het echter belangrijk dat het gesloten karakter zoveel mogelijk wordt behouden. Dit kan worden bereikt door het aantal doorbraken zo klein mogelijk te houden, en deze te plaatsen op één lijn in het dakvlak. Het te verwijderen materiaal kan worden bewaard voor toekomstig hergebruik. Andere opties zijn glazen dakpannen of solatubes.
Respecteer de openheid van de ongedeelde bedrijfsruimte[bewerken | brontekst bewerken]
Het bedrijfsgedeelte van de boerderij bestaat vaak uit één ongedeelde ruimte met mogelijk kleinere nevenruimtes. Bij het herbestemmen van een monumentale boerderij is het behoud van de oorspronkelijke draagconstructie cruciaal, met een voorkeur voor reversibele aanpassingen zoals losse vloeren en wanden. Het gebruik van glas als scheidingsmateriaal bevordert een gevoel van openheid en behoudt het zicht over de volledige ruimte en het karakter van het bedrijfsgedeelte kan versterkt worden door doordachte materiaalkeuzes, zoals een betonvloer met een sobere inrichting die de ruimtelijke kwaliteit behoudt.
Houd de structuur van het woongedeelte herkenbaar[bewerken | brontekst bewerken]
Bij het herbestemmen van een boerderij tot twee woningen is het advies om de brandmuur te behouden als scheiding tussen de wooneenheden. Dit is zowel vanuit monumentenzorg als bouwkundig perspectief verstandig, omdat het minimaliseren van nieuwe openingen de historische structuur behoudt. Het behouden van deze muur draagt bij aan het behoud van de monumentale waarde en zorgt ervoor dat de oorspronkelijke indeling van de boerderij intact blijft.
Behoud en integreer waardevolle interieuronderdelen[bewerken | brontekst bewerken]
In monumentale boerderijen zijn vaak waardevolle interieuronderdelen zoals beglazing, plavuizen, schouwen, tegels, vloeren, wandbespanningen, lambriseringen, plafonds en binnenluiken aanwezig. Het streven is om deze elementen te behouden en te integreren in het nieuwe ontwerp. Historische ruimtes die kenmerkend zijn voor de boerderij kunnen een nieuwe functie krijgen in een hedendaagse context. Met creativiteit kunnen interieurdetails zoals bedsteden worden omgevormd tot kastruimte, en afvoerleidingen kunnen vaak discreet worden weggewerkt in een bestaand rookkanaal.
Herstel aangetast historisch materiaal waar mogelijk[bewerken | brontekst bewerken]
Het vervangen van gebinten is zelden noodzakelijk vanuit een constructief perspectief, maar gebeurt soms onnodig op advies van onervaren constructeurs. Ondanks uiterlijke schade zoals knaagsporen van vee of houtworm, blijkt vaak dat het hout van binnen nog stevig is. Inkorten van de gebintstijlen en verhogen van het poertje biedt vaak een goede oplossing, zelfs bij andere vormen van schade zoals door lekkages. Indien nodig kan een nieuwe draagconstructie toegevoegd worden om de oude gebinten te versterken.
Gebruik zoveel mogelijk streekeigen materiaal of sluit aan bij karakteristiek[bewerken | brontekst bewerken]
De keuze en het behoud van materialen spelen een cruciale rol in het behouden van het authentieke karakter van een monumentale boerderij. Het is belangrijk om verlies van historisch bouwmateriaal zoveel mogelijk te voorkomen; als herstel niet mogelijk is, dan kan het met hetzelfde materiaal worden aangevuld. Bij verbouwingen of herbestemmingen is het ook raadzaam om rekening te houden met de traditionele bouwstijl en streekeigen materialen. Mocht gekozen worden voor eigentijdse materialen, zorg dan dat deze qua uitvoering en vorm aansluiten bij de monumentale en regionale kenmerken van de boerderij.
Kleuren van boerderijen zijn vaak regionaal bepaald en dragen soms historische betekenis. Historisch kleuronderzoek is essentieel voorafgaand aan renovaties of herbestemmingen, zowel voor het exterieur als interieur. Ook oude vloeren en wanden verdienen speciale aandacht: vloeren kunnen behouden blijven door er bijvoorbeeld een nieuwe vloer overheen te leggen, terwijl voorzetwanden kunnen helpen bij het behoud van bijzondere wanden met verbetering van akoestische en thermische isolatie.
Zet bijgebouwen en erfinrichting creatief in voor extra functies[bewerken | brontekst bewerken]
Het historische karakter van een boerenerf is een belangrijk onderdeel van de identiteit van de boerderij. Een gedegen historische en ruimtelijke analyse van het erf is dan ook essentieel voor adviezen over restauratie, herbestemming en herinrichting. Het behouden van agrarische structuren zoals tabakschuren of hooibergen in nieuwe functies, zoals woningen of overdekte terrassen, draagt bij aan het behoud van het erfkarakter.
Bij herbestemming van bijgebouwen zijn vergelijkbare richtlijnen van toepassing als voor het hoofdgebouw. Het behouden van de historische samenhang en karakter van het erf is essentieel, vooral bij het opsplitsen van de boerderij in meerdere wooneenheden of functies. Het vermijden van fragmentatie door bijvoorbeeld het creëren van afzonderlijke tuinen helpt het historische ensemble zijn samenhang en zeggingskracht te behouden. Een geslaagd ontwerp respecteert het regionale erfgoedkarakter en integreert historische kenmerken op een passende manier.
Pas eventuele nieuwebouw op een zorgvuldige manier in[bewerken | brontekst bewerken]
Het behoud van de historische en ruimtelijke samenhang tussen boerderij, erf en omgeving vereist voortdurende aandacht. Wanneer de bestaande monumentale boerderij niet genoeg ruimte biedt, kan nieuwbouw in de buurt een oplossing zijn, mits dit respectvol gebeurt ten opzichte van de cultuurhistorische waarde. Nieuwe bouwwerken moeten zorgvuldig worden gepositioneerd en vormgegeven, zodat ze naadloos integreren met de bestaande structuren op het erf. Het gebruik van passende materialen, juiste positionering, gepaste omvang en gedetailleerd ontwerp zijn hierbij van groot belang om een harmonieus geheel te creëren.
Houd rekening met eventuele archeologische waarden[bewerken | brontekst bewerken]
'Soms is niet alleen de boerderij zelf aangewezen als beschermd monument, maar is ook het terrein waarop de boerderij staat vanwege de (te verwachten) archeologische waarden in de ondergrond beschermd.'[1] Benader een dit geval het bodemarchief op zorgvuldige wijze.
Maak gebruik van bestaande ruimtes voor leidingen en afvoeren[bewerken | brontekst bewerken]
Het gebruik van reversibele materialen zoals zwevende dekvloeren en voorzetwanden biedt mogelijkheden om leidingen discreet weg te werken. Elektriciteit, gas, ICT, riolering en waterleidingen kunnen tussen historische en nieuwe vloeren worden geplaatst. De eigenaar kan ook overwegen om leidingen aan te leggen in buiten gebruik gestelde gruppen of mestgoten. Dit draagt ook bij aan het veiligstellen van het bodemarchief op veel boerenplaatsen.
Wees zorgvuldig bij het aanbrengen van isolatie[bewerken | brontekst bewerken]
Oude boerderijen zijn doorgaans niet geïsoleerd, maar hadden wel voorzieningen om de binnentemperatuur te reguleren, zoals luiken en dikke gordijnen. Luiken dienden 's zomers om de boerderij koel te houden en 's winters om de kou buiten te houden. Bomen, vaak leilinden, speelden ook een rol in het reguleren van de temperatuur door schaduw in de zomer te bieden en licht door te laten in de winter. Bij verbouwingen wordt vaak overwogen om historische boerderijen thermisch te isoleren om aan moderne comfort- en energie-eisen te voldoen. Het aanbrengen van isolatie kan echter ingrijpende gevolgen hebben voor de historische afwerking van wanden en de structuur van het dak. Goed afgestemde isolatietoepassingen zijn hierbij cruciaal om schade zoals vochtophoping en rotting van houten constructies te voorkomen. Voorbeelden van isolatie-opties voor monumentale boerderijen zijn het gebruik van een glazen pui achter de staldeuren, speciaal isolatiemateriaal dat de welving van een historisch dak volgt, en achterzetbeglazing bij monumentale vensters.
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
Alle bovengenoemde punten komen uit de handreiking 'Een toekomst voor boerderijen' van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. 3e druk mei 2014. Lees deze handreiking voor een uitgebreidere behandeling van bovenstaande punten.
- ↑ Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een toekomst voor boerderijen, handreiking voor de herbestemming en verbouwing van monumentale boerderijen, 2014.