Raatakker

Uit Agriwiki

Een raatakker, ook wel celtic field genoemd, is een klein vierkante of rechthoekig type akker dat van de Late Bronstijd (ca. 1100 v.Chr.) tot de Romeinse tijd (ca. 200 n. Chr.) werd gebruikt voor landbouw. Een raatakkercomplex is enkele hectaren groot. Raatakkers zijn aangetroffen in Nederland, België, Duitsland, Denemarken, Zweden, Polen, de Baltische staten en Groot-Brittannië. Raatakkers behoren samen met de hunebedden en grafheuvels tot de best zichtbare overblijfsels van het archeologische erfgoed van de pleistocene zandgronden.

Reconstructie van raatakkers met prehistorische boerderij en spieker in Wekerom.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Een raatakkercomplex bestaat uit verschillende kleinere percelen van zo'n 20 tot 40 meter in doorsnede. Het landbouwsysteem werkte mogelijk als volgt: wanneer de akkergrond van een perceel uitgeput raakte door het gebruik ervan, werd deze opzij geschoven. Hierdoor ontstonden aarden wallen rondom de randen van het perceel die nog extra werden opgehoogd met vruchtbare zoden. Hierdoor ontstond er een betere vochtregulatie op de akkercomplexen.

Raatakker op het Ballooërveld.
Raatakkercomplex, te herkennen aan de raatvormige percelen, zoals deze te zien is op hoogtekaarten.

Boeren uit de Late Prehistorie woonden in woonstalboerderijen die in een cultuurlandschap met akkers waren gesitueerd. Vanuit de kleine nederzettingen werd het omringende landschap extensief in gebruik genomen. Omstreeks vanaf 300 v.Chr. werden de akkertjes intensiever gebruikt. De braakperioden werden korter en er was meer bemesting.

Herkennen[bewerken | brontekst bewerken]

In onontgonnen heidegebieden zijn de wallen van de raatakkers met het blote oog te herkennen. In bos- of bebouwde gebieden wordt dit echter lastiger. Om de raatakkers toch op te sporen worden beelden van de AHN-hoogtekaart gebruikt. Hierop is de raatvormige structuur van de prehistorische akkers die met het blote oog niet meer zichtbaar is, nog terug te zien. In 2020 is er in de provincies Gelderland en Utrecht grootschalig onderzoek gedaan naar raatakkercomplexen en grafheuvels door middel van een burgerwetenschappersproject. Bij dit project, genaamd Erfgoed Gezocht, werden hoogtekaarten van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug door duizenden vrijwilligers bekeken en beoordeeld, en werden archeologische structuren gemarkeerd.

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De term 'raatakker' werd in de jaren 50 bedacht door bodemkundige J. Wieringa, en verwijst naar de raatvormige structuur van de akkers.

Vaak wordt er naar raatakkers verwezen onder de Engelse naam 'celtic fields'. Deze naam werd begin 20e eeuw door Engelse archeologen aan het archeologische fenomeen gegeven maar bleek een onjuiste benaming. Raatakkercomplexen hebben namelijk niets tem aken met de Kelten (: Celts). Desondanks blijft 'celtic fields' een veelgebruikte term die tot op de dag van vandaag gebruikt wordt.

Bron:[bewerken | brontekst bewerken]