Lood

Uit Agriwiki

'Zwaar, makkelijk smelt-, buig- en pletbaar metaal. [...] Het werd vroeger in onzuivere samenstelling door oxidatie bedekt met een grijswitte laag, oxideert thans in zuivere samenstelling zwart. Het metaal werd reeds door de Romeinen gebruikt.' (E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.300)

Toepassing

Lood kan worden toegepast op daken als dakbedekking, maar ook als nokafdichting of andere afdichtingen zoals loketten voor schoorstenen. Als hemelwaterafvoer en waterleidingen is het vroeger ook veel toegepast. Om de bovenzijde van openstaande luiken te beschermen tegen hemelwater werd en wordt lood toegepast aan de bovenzijde. Voor dakkapellen wordt het ook gebruikt om de wangen te bekleden.

Bevestigingsmethoden

  • Lood kan vast gezet worden met koperen of roestvaste nagels. IJzeren nagels krijgen, bevestigd in lood, een sneller oxidatieproces. De koppen roesten er binnen de kortste keren vanaf en het lood zal doorzakken.
  • IJzeren nagels zijn wel toepasbaar als deze zijn voorzien van een lodenkop, zogenaamde loodkopnagels. Door de nagels rondom het loodoppervlak vast te solderen worden ze waterdicht gemaakt waardoor oxidatie niet op kan treden.
  • Door Ganzenogen te plaatsen wordt dit ook bereikt. In het onderliggende hout worden kommetjes gehakt. Hier wordt het lood ingedreven en vastgezet met een nagel. Hierna wordt het holletje vol gegoten met soldeer.
  • Trotseerloodjes of dakloodjes zijn afdekplaatjes voor een open vernageling. De loodjes zijn zeer waardevol en dienen altijd te blijven zitten.
  • Klangen worden toegepast bij gefelste loodbedekkingen. De klangen kunnen zowel in lood als in koper worden uitgevoerd.
  • Loodbanen kunnen onderling ook gesoldeerd worden.

Eikenhout en lood

Uit eikenhout komt azijnzuur vrij wat lood aantast. Dit zuur veroorzaakt bij lood het welbekende loodwit (loodcarbonaat). Contact tussen eikenhout en lood kan voorkomen worden door het hout in de lijvige grondverf te zetten of de onderzijde van het lood te behandelen met aluminium bitumenverf (de verf moet gedroogd zijn voordat het lood wordt aangebracht). Ook kan er tussen het lood en het eiken een laag gebitumineerd glasvlies worden aangebracht. Eveneens helpt het om de loodplaten te beluchten. Ook Azobé, Teak en Red-cedar tasten lood aan!

Bron

  • E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.300
  • Monumentenwacht Inspectiehandboek, h.2.2.4

Verder lezen