Kippenhok
Op alle boerderijen kwamen kippen voor. Meestal ging het niet om grote aantallen. Er zijn historische kippenhokken te vinden binnen de boerderij en ook losstaande kippenhokken als bijgebouw op het erf.
Historie[bewerken | brontekst bewerken]
In veel streken, zoals in het Rivierengebied, langs de IJssel en in Friesland, zaten de kippen in een hok op de til boven de koeien. Door een gat in de gevel konden ze via een kippentrapje in- en uitlopen. Dat was waarschijnlijk in meer regio’s het geval. Waarschijnlijk waren er ook vele boerderijen waar de kippen zelf hun slaapplek zochten ergens in de boerderij (op de ‘hanenbalken’). De kippen scharrelden dan vrij rond, zochten hun kostje bij elkaar en legden de eieren verspreid over het hele erf. Waarschijnlijk waren er geen andere traditionele types kippenhokken in de regio bekend. Kippenhokken en uitlooprennen kwamen waarschijnlijk pas na 1900 in gebruik. De uitvinding van het kippengaas dateert uit ca. 1880. Ook de introductie van het ochtendvoer en de verbetering van rassen speelde een rol. De pluimveesector groeide geleidelijk in de periode tussen 1880 en 1900, maar nam vanaf ca. 1920 spectaculair toe. De kippenhokken die daarna kwamen zijn waarschijnlijk in grote delen van het land hetzelfde van opzet. Vermeodelijk zijn daar geen streekeigen kenmerken aan te koppelen.
Kippenhokken, verschillende types[bewerken | brontekst bewerken]
Er is een verschil in kippenhokken voor kleine aantallen kippen voor de eieren voor eigen gebruik en de grotere hokken voor eieren voor de verkoop. Achter de Koperen Knop (Binnendams 6 Hardinxveld – Giessendam) is een paar jaar geleden een traditioneel kippenhok gebouwd van houten potdekselwerk en Oudhollandse pannen met een nachthok en een uitloopren.
De grote kippenhokken bestonden uit een hok, meestal van hout en gedekt met een zadeldak of een lessenaarsdak, met veel glas op het zuiden, en een ren voorzien van kippengaas. Veel daglicht is positief voor de voedselopname en voor de eierproductie. Soms werden de hokken gebouwd van sloophout. Soms werden ook bestaande bouwwerken omgebouwd tot kippenhok, zoals de tweedehands barakken uit de omgeving van kamp Westerbork en kamp Amersfoort. Over kippenhokken is nog weinig literatuur voorhanden.
De bouw van een nieuw hok; advies[bewerken | brontekst bewerken]
Wanneer het gaat om het bouwen van kippenhokken voor grote aantallen kippen kan het best worden aangesloten bij de traditie die –hoewel niet streekeigen - toch al bijna honderd jaar oud is. Het gaat dan om een grotendeels houten hok met een zadeldak, gedekt met pannen, met de ramenkant naar het zuiden of zuidoosten. Het hout zwart gepotdekseld en de pannen bij voorkeur traditioneel gebakken (Oudhollands of verbeterd Hollands), rood of grijs. De kippen lopen dan in een grote buitenren of -nog mooier- in de boomgaard. Het boekje van de IJsselhoeven geeft een goed overzicht van de bouwkundige aanpak. Het boek over de boerderijen in de Wieringermeer geeft praktische gegevens over de afmetingen.
Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]
- W. Jansen Over Bouwsporen, gebinten, kippenhokken en zo meer (IJsselacademie Veessen 2009) p. 15 en 17 e.v.
- J. van Zuijlen e.a. Het boerderijenboek (Waanders Zwolle / Stichting Historisch boerderijonderzoek Arnhem 2003) p. 425
- G. Dirven en S. Elings Het nut ging voor de sier; boerenerven in Noord-Brabant (Boerderijenstichting Noord-Brabant Oisterwijk 2005) p. 10, 11 en 53
- P. Bot Vademecum historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur (Openluchtmuseum Arnhem / Alphen aan de Maas 2009) p. 300
- J. Karelse – de Jong Het boerenerf in het zuiden van het groene hart (St. Boerderij & Erf z.p. z.j) p. 88
- P. Verhagen Oude boerenerven
- K. Limperg Boerderijen (Amsterdam / mmv. Directie van de Wieringermeer Alkmaar 1938) inlegvel ‘Veestallen’