Dendrochronologisch onderzoek

Uit Agriwiki

Dendrochronologisch onderzoek is een methode om de ouderdom van een stuk hout te bepalen.

Jaarringen

Een boom die in de dikte groeit doet dat niet gelijkmatig het hele jaar door. Daardoor vormen zich ieder jaar de herkenbare jaarringen. Door de jaarringen te tellen kan van iedere boom de leeftijd worden bepaald. Niet alle jaarringen zijn echter even dik. De ene zomer is het weer beter en groeit de boom meer dan de andere zomer. Bomen van dezelfde soort die gelijktijdig in dezelfde omgeving groeien hebben dezelfde afwisseling van jaarringdiktes (groeicurve) met elkaar gemeen. Door onderzoek en het vergelijken van veel groeicurven heeft men voor veel gebieden een zogenaamde standaard curve vast kunnen stellen. Dendrochronologisch onderzoek is het vergelijken van een houtmonster met deze standaardcurven. Hierdoor is men in staat om de leeftijd van het hout vrij nauwkeurig te bepalen. Dendrochronologisch onderzoek oftewel jaarringenonderzoek vindt plaats door het nemen van houtmonsters. Met een holle boor wordt er een ronde stift uit een houten balk genomen waarbij de afstanden van de jaarringen worden vergeleken met de afstanden op een standaardcurve. Op de plaats waar het houtmonster maximale overeenkomsten vertoont met de standaardcurve kan een vrij nauwkeurige houtdatering volgen. Deze datering is (bij benadering) het jaar waarin de boom werd gekapt.

Toepassing

Dendrochronologisch onderzoek is een van de meest nauwkeurige manieren om de ouderdom van een houtconstructie te bepalen. Vaak kan aan de hand hiervan dan vervolgens de ouderdom van het gehele pand (of een belangrijke verbouwing) worden bepaald. Helaas kan dendrochronologisch onderzoek alleen uitgevoerd worden als er aan een aantal voorwaarden is voldaan:

  • Het hout moet voldoende zwaar zijn. (Minimaal 60 jaarringen.) Dus het is meer geschikt voor balklagen, gebintconstructies en de zwaardere onderdelen van kapconstructies.
  • Om tot een vrij nauwkeurige datering te komen, moeten de buitenste jaarringen van de boom (in het spinthout) nog aanwezig zijn en het liefst ook nog een stukje van de bast.
  • Vooral van eikenhout zijn er in de loop der tijd veel standaardcurven bijgehouden waarmee genomen houtmonsters vergeleken kunnen worden.
  • Het dateren van grenenhout is lastiger. Echter tegenwoordig komen er ook steeds meer standaardcurven voor grenenhout beschikbaar. Hierdoor is momenteel ook grenenhout steeds nauwkeuriger te dateren.

Bronnen

  • E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.142.
  • P.A.M. van Wijk Boerderijen Bekijken; Historisch boerderijonderzoek in Nederland (Arnhem / Amersfoort 1985), p.79