Juunrenne
Schuur waarin uien worden bewaard. De juunrenne werd vanaf 1900 gebruikt. Vaak werden deze schuren tijdelijk opgetrokken op het uienland of op het erf van de boer.
Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]
De juunrenne was langwerpig van vorm; de wanden bestonden uit palen die om de paar meter in de grond zijn geslagen. Daartussen zijn latten met grote tussenruimten gespijkerd zodat de ruimte goed geventileerd was. Van deze latten werd ook het driehoekige dak gemaakt waarop vervolgens stro, riet, dakpannen of platen werd gelegd. De grond van de juunrenne was bezaaid met stro, waarop de uien werden neergelegd. Wanneer de juulrenne vol was werd de schuur afgesloten. Zodra de uien verkocht waren werd deze weer opengemaakt en waren ze eruit gehaald.
Plaats[bewerken | brontekst bewerken]
De plek waarop de juunrenne werd opgetrokken werd zorgvuldig door de boer uitgezocht. Deze plaats moest namelijk niet te koud en vorstgevoelig zijn, maar ook bereikbaar door de wind zodat de ruimte kon ventileren. Daarnaast moest de juunrenne makkelijk te bereiken zijn voor het storten en ophalen van de uien.
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
'Juunrenne.' Planbureau en Bibliotheek van Zeeland, https://encyclopedievanzeeland.nl/Juunrenne.
