Zuidwest-Nederlandse boerderij
Boerderijtype dat typerend is voor Zuidwest-Nederland, met name Zeeland. Het Zuidwest-Nederlandse boerderijtype is één van de vijf types die we in Nederland herkennen. De andere types zijn boerderijen uit de Noordelijke huisgroep, de hallehuisgroep en de langgevelboerderij, de Zuid-Limburgse boerderij en de Moderne boerderij.
De Zuidwest-Nederlandse boerderij is ontstaan door de voortdurend strijd tegen water. Hoewel de overstromingen grote delen van het gebied teisterde brachten ze namelijk ook voordelen met zich mee. Door de vele overstromingen was er namelijk aanvoer van vruchtbare zeeklei. Toen het overstroomde land rond 1600 werd herdijkt was het gebied hierdoor aantrekkelijk voor boeren die zich richtten op graanteelt. Hiervoor ontstond een nieuw type boerderij. Ondanks de vele regionale verschillen in heel Zuidwest-Nederland heeft deze een aantal gemeenschappelijke kenmerken.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Het belangrijkste kenmerk van de Zuidwest-Nederlandse boerderij is de zeer grote schuur. Deze werd in eerste plaats gebruikt voor de opslag van ongedorst graan, dat werd opgetast van de grond tot de ongeveer 12 meter hoge nok van de schuur. In de schuur bevonden zich ook stallen. Hoewel de boeren in deze gebieden gespecialiseerd waren in de akkerbouw, moesten ze ook runderen houden voor de mest waarmee ze hun akkerbouwland vruchtbaar hielden. Ook waren er veel paarden op de boerderijen aanwezig om de ploegen, eggen en wagens te trekken.
Het woongedeelte van de Zuidwest-Nederlandse boerderij bevond zich doorgaans in het zuidwesten, en was vrijwel altijd afgescheiden van de schuur. Vaak was het zelfstandige gebouw wel tegen de schuur aangebouwd. In de loop van de jaren werden het woonhuis en de schuur echter steeds vaker uit elkaar gebouwd. Dit had te maken met het risico op ongedierte, brandgevaar, en met statusoverwegingen. Het typische Zuidwest-Nederlandse boerderijencomplex bestond zo doorgaans uit een grote houten schuur, een vrijstaande bakstenen woning en verschillende bijgebouwen. Enkel op de Zuid-Hollandse eilanden bleef men huis en schuur meestal aan elkaar bouwen.
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
Kooij, Ben en Judith Toebast. ''Het grote boerderijen boek.'' W Books, 2013.