Waterzolder
Zolder, meestal tussen twee gebinten direct achter de brandmuur, waarop bij overstromingsgevaar de koeien gestald konden worden.
Ontwikkelingen
In tegenstelling tot waterstallen werden waterzolders niet permanent gebruikt. Omdat deze zolders relatief zwaar waren moet de constructie van de schuur ervoor worden verzwaard. De eerste degelijke waterzolders dateren uit de eerste helft van de 17e eeuw. Aanvankelijk werden deze enkel aangebracht boven de middenbeuk, maar door de groeiende veestapel was er al snel meer ruimte nodig. De waterzolder breidde zich dan vaak uit tot de hele breedte van het gebouw. Het vee werd naar de waterzolder toe gebracht door middel van een loopbrug en stond dwars in de schuur.
Een later ontwikkeling leidde ertoe dat de waterzolder in langsrichting boven in de zijbeuken of een deel van de middenbeuk van de boerderij werd gemaakt. Ook dit had waarschijnlijk te maken met de uitbreiding van de veestapel. Ook is de waterzolder in sommige gevallen boven de bestaande stal gemaakt, of gecombineerd met een waterstal. Bij deze laatste optie werd de waterzolder enkel bij extreem hoog water gebruikt, en in andere omstandigheden de waterstal. In Zuid-Holland waren waterzolders nog tot in de 20e eeuw in gebruik.
Bron
- Bouwhistorie van boerderijen. Ontstaan en vorm van de boerderijen in Alblasserwaard en Vijfherenlanden, Stichting Boerderij en Erf Alblasserwaard – Vijfherenlanden 2001.
- Toebast, Judith. 'Voor als de dijken doorgingen: Maatregelen tegen rivieroverstromingen bij boerderijen, zeventiende-negentiende eeuw.' Tijdschrift voor waterstaatgeschiedenis, vol. 21, no. I-2, II-22, pp. 11--22.