Schouwse stolp
Naast de boerderijen met een strikte scheiding tussen woonhuis en schuur kende Zeeland vroeger één boerderijtype waar alle functies onder één dak waren verenigd: de Schouwse stolp.
Opbouw
De Schouwse stolp werden opgebouwd rondom een centrale hooitas, waaromheen zich de vertrekken voor de boerenfamilie en het vee bevonden. Het woongedeelte werd opgetrokken uit baksteen en bevond zich vaak aan de zuidoostzijde van de hooitas. Aan de drie andere zijden van de hooitassen waren o.a. de stallen en dorsruimten gesitueerd. Net als bij andere Zeeuwse boerderijen waren de buitenwanden van het schuurdeel van hout gemaakt. In één van de zijden bevonden zich de mendeuren.
Gebruik
Dit boerderijtype kwam uitsluitend in de Prunje voor, een laaggelegen deel van het eiland Schouwen. Toen de Schouwse stolpen ontstonden, was de streek te nat voor akkerbouw, vandaar dat de boeren zich er concentreerden op de veehouderij. De Schouwse stolp lijkt erg op de Noord-Hollandse stolpboerderij. Waarschijnlijk hebben veehouders uit Noord-Holland dit boerderijtype in de eerste helft van de zeventiende eeuw ingebracht toen ze naar dit deel van Zeeland trokken.
Het gebruik van de Schouwse stolp als veehouderijbedrijf veranderde met de komst van stoomgemalen in de 19e eeuw. Het van oorsprong natte weidegebied kon hiermee drooggehouden worden waardoor veel boeren overgingen van veeteelt op landbouw. Hiermee begon ook het einde van de Schouwse stolp. De laatste exemplaren verdwenen tijdens de watersnoodramp in 1953.
Bron
De tekst is gebaseerd op:
- 'Niet onder één dak', Landleven 15e jaargang, nummer 1 - januari/februari 2010
- Van Dijk, Pauline. 'Van Schouwse stolp tot wederopbouwboerderij.' Jaarboek Monumentenzorg 2003. Boerenbedrijvigheid, voortgang en behoud, 2003.