Ruimte voor Ruimte

Uit Agriwiki

De Ruimte-voor-ruimte-regeling (ook wel rood-voor-rood-regeling genoemd) is bedoeld om de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied te verbeteren zonder dat dit tot extra uitgaven van de overheid leidt. Dit wordt bereikt door agrarische bedrijfsgebouwen te slopen en de kosten van de sanering te financieren door de uitgifte van nieuwe woningbouwlocaties, bovenop de contingenten die het Rijk aan de provincies heeft toegekend.

Ruimtelijke kwaliteitsverbetering

De regeling wordt per provincie geregeld en is opgenomen in de Provinciale Verordening Ruimte. Doorgaans is het volgens het bestemmingsplan in het buitengebied niet toegestaan om woningen te bouwen, met uitzondering van de Ruimte-voor-ruimte-regeling. Voor elke 1000 m² aan gesloopte stallen, loodsen of 5000 m² kassen kan één woning worden teruggebouwd. Deze nieuwbouw mag echter alleen plaatsvinden als de ruimtelijke kwaliteit van het gebied daadwerkelijk verbetert.

In de praktijk betekent dit vaak dat voor de uitvoering van de regeling het bestemmingsplan herzien moet worden. De gemeente moet hierbij zorgen voor een zorgvuldige afweging tussen het creëren van ruimte voor nieuwe woningen en het behoud van waardevolle elementen in het landschap, zoals cultuurhistorisch belangrijke gebouwen.

RvR en cultuurhistorie

Een belangrijk aandachtspunt bij de Ruimte-voor-ruimte-regeling is het bewaren van cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen, zoals wagenschuren en varkenshokken. Deze bijgebouwen kunnen essentieel zijn voor de identiteit van het landschap en het behoud van erfgoed. Er kan een spanningsveld ontstaan tussen de wens om agrarische gebouwen te slopen en de noodzaak om cultuurhistorisch waardevolle structuren te behouden. Soms kan een historische wagenschuur bijvoorbeeld net nodig zijn om het vereiste aantal vierkante meters te halen voor de sloop en het terugbouwen van een woning.

Om dit spanningsveld te beheersen, is het van groot belang dat gemeenten een integrale aanpak hanteren bij het uitvoeren van de regeling. Dit betekent dat de ruimtelijke ordening en cultuurhistorie in een breder kader moeten worden bekeken, waarbij ook de betrokkenheid van lokale erfgoedcommissies en andere deskundigen essentieel is.

Bron

  • Ineke de Visser, e.a., Boerderij in Perspectief, Handvatten voor Herbestemming (Alblasserdam 2007) p.13

Verder lezen