Omgevingsvergunning
Wie een wijziging wil aanbrengen aan zijn of haar monumentale pand had vroeger meerdere vergunningen nodig. Sinds de invoering van de Omgevingswet is het aanvragen van toestemming voor aanpassingen aan monumenten, bouwen, wonen, ruimte, natuur en milieu eenvoudiger geworden. Al deze toestemmingen zijn samengevoegd in één omgevingsvergunning, wat burgers en bedrijven tijd en geld bespaart.
Wat is de omgevingsvergunning?
Om een beschermd monument (rijks-, provinciale- en gemeentelijke monumenten) te mogen wijzigen moet in veel gevallen een zogenaamde omgevingsvergunning worden verkregen. (Let op: het gaat daarbij niet alleen om wijzigingen aan de buitenkant, maar ook om wijzigingen in het interieur.) Via het Omgevingsloket is te controleren of een vergunning vereist is en eventueel aan te vragen.
De vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en wethouders. Zij laten zich adviseren door een gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke kwaliteit (voorheen: monumentencommissie), en vaak ook door de gemeentelijke monumentenambtenaar. Bij ingrijpende plannen wordt meestal gevraagd om een bouwhistorisch onderzoek, waarmee onderbouwd wordt welke onderdelen waardevol zijn en wat de impact van de voorgenomen aanpassing is.
Voor rijksmonumenten geldt dat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) namens de minister van OCW een bindend of zwaarwegend advies kan uitbrengen, maar alleen bij ingrijpende wijzigingen of sloop.
Wanneer is een vergunning nodig?
De vraag voor welke werkzaamheden men een monumentenvergunning nodig heeft, is niet eenvoudig te beantwoorden. Normaal onderhoud mag altijd zonder vergunning worden uitgevoerd, dus het is absoluut niet zo - zoals soms wordt beweerd - dat men voor elke spijker in de muur een vergunning moet aanvragen. De grens tussen normaal onderhoud en een wijziging is echter niet eenvoudig te trekken. Herstelt men enkele voegen, dan is dat normaal onderhoud, voegt men een hele gevel, dan is dat een wijziging. Schilderen in dezelfde kleur als bestaand is normaal onderhoud, in een andere kleur is een wijziging. Gevelreiniging, hydrofoberen, en het aanpassen van kozijnen en beglazing (bijvoorbeeld enkel glas vervangen door isolerend glas) is altijd een wijziging waarvoor men een vergunning nodig heeft.
Wil men een keukeninrichting van vijftien jaar oud vervangen door een moderne, dan zal dat meestal als normaal onderhoud worden beschouwd. Dan is geen vergunning nodig. Gaat het echter om een waardevolle historische keukeninrichting, dan zal men daarin niet zonder vergunning mogen wijzigen. De grens tussen onderhoud en wijzigen blijft echter moeilijk te trekken. Bij twijfel is het verstandig om ruim van tevoren contact op te nemen met de gemeente. Zonder vergunning wijzigen is strafbaar en kan leiden tot het stilleggen van de werkzaamheden en het terugdraaien van de veranderingen.
Let op bij aankoop van een monumentaal pand: informeer altijd bij de gemeente of het pand monumentenstatus heeft, en check de regels die daarbij horen. Voor rijksmonumenten is de status ook terug te vinden bij het Kadaster
Vergunningsvrij (ver-)bouwen
De omgevingsvergunning heeft diverse oude vergunningen vervangen, waaronder de monumentenvergunning, bouwvergunning en milieuvergunning. Tegelijk zijn de regels voor vergunningsvrij bouwen gewijzigd en vaak verruimd. Onder de Omgevingswet is vergunningsvrij bouwen mogelijk, mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden, zoals:
- Het bouwplan valt binnen de kaders van het omgevingsplan (de opvolger van het bestemmingsplan);
- De ingreep is beperkt in omvang en heeft geen negatieve gevolgen voor de omgeving of monumentale waarden;
- Er is geen sprake van een beschermd monument of beschermde dorps- of stadsgezicht.
De precieze voorwaarden voor vergunningvrij bouwen zijn vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Voor hulp en advies hierover kun je terecht bij het Omgevingsloket of de gemeentelijke helpdesk.
Bron
- Bureau Helsdingen