Omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan)

Uit Agriwiki

Wanneer de bestemming van een gebouw of terrein gewijzigd moet worden, dan moet dit worden afgestemd met het gemeentelijk omgevingsplan. Voor kleine gebiedswijzigingen, zoals een deel van een erf, kan een postzegelplan worden opgesteld: een kleinschalige aanpassing binnen het omgevingsplan.

De functie

Het bestemmingsplan was een juridisch bindend document voor zowel overheid als burgers waarin de gemeenteraad de functie van grond en bebouwing vastlegde. Dit plan bepaalde mede of en hoe er gebouwd mocht worden. Sinds de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is het bestemmingsplan vervangen door het omgevingsplan, waarin ruimtelijke ordening wordt geïntegreerd met regels voor milieu, natuur en waterbeheer.

Gemeenten zijn verplicht om een omgevingsplan op te stellen waarin alle ruimtelijke en milieuregels voor hun hele grondgebied worden vastgelegd. Anders dan bij het bestemmingsplan, hoeft het omgevingsplan niet iedere 10 jaar opnieuw vastgesteld te worden; het is een dynamisch document dat doorlopend kan worden aangepast.

Heeft u bouwplannen?

Bent u een burger met bouwplannen? Dan heeft u een Omgevingsvergunning nodig. Deze omgevingsvergunning moet worden getoetst aan het geldende omgevingsplan. Als een boerderij een agrarische bestemming heeft, mag een burger daar niet wonen, want daar heeft het gebouw een woonbestemming voor nodig. In sommige gevallen kan wel gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden uit het Ruimte voor Ruimte-regeling. Maar in elk geval moet voor vrijkomende agrarische bebouwing altijd eerst een wijziging of een vrijstelling van de bestemming (herbestemming) aangevraagd worden.

De inhoud

Het omgevingsplan bevat regels over de functie en het gebruik van gronden en gebouwen, en het bepaalt hoe wordt omgegaan met bouwmogelijkheden. Anders dan het oude bestemmingsplan, omvat het ook voorschriften op het gebied van milieu, duurzaamheid en erfgoed. Het plan bestaat uit drie onderdelen:

  1. Regels – voorschriften over het gebruik en bebouwing van grond.
  2. Verbeelding – digitale kaarten waarop bestemmingen en regels visueel worden weergegeven.
  3. Toelichting – achtergrondinformatie en motivatie achter de regels.

Een kleine wijziging in een bestaand omgevingsplan wordt een postzegelplan genoemd.

Omgevingsplanwijziging

Wanneer plannen niet binnen het geldende omgevingsplan passen, kan de gemeente een afwijkingsbesluit nemen of een wijziging van het omgevingsplan doorvoeren. Bij kleine ontwikkelingen zoals een woninguitbreiding kan al ruimte binnen het plan zijn opgenomen om een wijziging te voorkomen. Een wijziging van het omgevingsplan verloopt via een procedure waarbij verschillende partijen betrokken zijn.

Procedure

De procedure voor een wijziging binnen het omgevingsplan verloopt als volgt:

  • Inspraak: Gemeenten kunnen inspraak bieden op beleidsvoornemens via een inspraakverordening.
  • Overleg: De gemeente overlegt met belanghebbenden zoals provincies en omwonenden.
  • Ontwerp omgevingsplan: Na overleg wordt een ontwerpplan opgesteld en zes weken ter inzage gelegd voor zienswijzen.
  • Vaststelling: De gemeenteraad stelt het plan vast en biedt wederom een inzageperiode. Tegen het besluit kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State.
  • Reactieve aanwijzing: Provincie of Rijk kunnen ingrijpen als een omgevingsplan in strijd is met wet- en regelgeving.
  • Inwerkingtreding: Een plan treedt in werking nadat de beroepstermijn is verstreken en eventuele rechtszaken zijn afgerond.

Bron

Verder lezen