Fundering

Uit Agriwiki

Om een gebouw lang en stabiel te laten staan is een fundering nodig. Een fundering draagt de krachten van het gebouw af op de ondergrond. Daarbij is spreiding van de krachten erg belangrijk. Een groter oppervlak kan een belasting beter dragen. Denk hierbij aan een persoon die met blote voeten op een houtenvloer loopt of aan iemand met naaldhakken die dat doet. De naaldhakken zullen deuken in de vloer maken doordat een heel groot gedeelte van het gewicht door de hak wordt afgedragen op de vloer en niet, zoals bij de blote voeten, over de hele voet.

Funderingsvormen[bewerken | brontekst bewerken]

Een fundering kan gemetseld zijn of uit beton bestaan. Oude funderingen bevatten vaak ook houten onderdelen. Wanneer een fundering uit houtenonderdelen bestaat is het van belang dat dit hout onder de grondwaterspiegel wordt geplaatst. Op deze manier wordt het hout beschermt tegen rot. Zodra water én zuurstof samen (om beurten) bij het hout kunnen zal het gaan rotten.

Verschillende soorten funderingen. Afbeelding uit Haslinghuijs, Bouwkundige termen, E.J. Haslinghuijs, Leiden 2001, p174

De volgende vormen zijn te onderscheiden:

  • fundering op staal;
  • roosterfundering;
  • paalfundering.

Zetting en scheurvorming[bewerken | brontekst bewerken]

Een gebouw zal vrijwel altijd nog iets zakken. Dit wordt zetting genoemd. De grond waarop het gebouw is gefundeerd zal altijd nog wat inklinken en inzakken. Deze zetting mag echter niet te groot zijn, hooguit een paar millimeter. Ook moet de zetting overal even groot zijn, anders spreken we over ongelijke zetting. Ongelijke zetting zorgt voor scheefstand en scheuren in vloeren en wanden.

Fundering op staal[bewerken | brontekst bewerken]

Deze fundering wordt direct op de bodem geplaatst. Hiervoor dient de ondergrond dan wel voldoende draagkracht te hebben zodat de fundering niet weg kan zakken of te veel (ongelijk) kan zetten. Funderingen op staal dienen goed gespreid te worden, dat wil zeggen dat ze een groot draagoppervlak hebben. De versnijding in de funderingsvoet moeten breed uitlopen. De grond waarop de fundering rust moet absoluut ongeroerd blijven. Bij grondverbetering moet de verbeterde grond om de 10 centimeter worden verdicht. Een fundering met versnijdingen is gemetseld. Onder maaiveld dienen de bakstenen van klinkerkwaliteit te zijn zodat ze geen vocht opnemen. Vaak werd er ook tras aan de metselmortel toegevoegd om de mortel ook waterdicht te maken. Later werd er portlandcement toegepast wat ook waterdichtheid garandeert. Er zijn ook funderingen op staal die zijn uitgevoerd met stampbeton. Het stampbeton wordt in een bekisting gestort die breed uitloopt naar beneden. Hierdoor wordt dezelfde vorm gecreëerd als bij een gemetselde fundering op staal. De fundering kan ook bestaan uit een betonnen strook. De hoogte van de strook is altijd kleiner dan de breedte. Het beton moet betonwapening bevatten zodat de strook zowel druk als trek op kan nemen.

Roosterfundering[bewerken | brontekst bewerken]

Dit is in principe eveneens een fundering op staal. Onder de versnijdingen in het metselwerk wordt een dragend houten roosterwerk gelegd. Het metselwerk steunt op dit roosterwerk. Het hout moet onder het grondwater liggen. Het roosterwerk zorgt ervoor dat de krachten over een groter oppervlak worden afgedragen op de ondergrond.

Paalfundering[bewerken | brontekst bewerken]

Fundering op houten of betonnen palen. De ondergrond onder het bouwwerk is niet draagkrachtig genoeg waardoor het noodzakelijk is om op een diepere grondlaag te bouwen. De palen dienen om deze grondlaag te bereiken. Betonnen palen worden pas sinds de eerste helft van de 20ste eeuw toegepast en worden hier buiten beschouwing gelaten. Hierbij worden de palen op stuit gefundeerd. Ook is het mogelijk dat de palen op kleef worden gefundeerd. Een voorbeeld hiervan is een slietenfundering waarbij (rond 1300) Elzen slieten werden toegepast onder een fundering om de grond draagkrachtiger te maken. Hierbij werden de slieten zeer dicht op elkaar enkele decimeters de grond in geslagen. De fundering werd vanaf de slieten omhoog gemetseld. Zolang het hout onder het grondwater blijft is er niets aan de hand. Zodra grondwater verlaagd (wordt) gaat het mis doordat het vochtige/natte hout nu ook in contact komt met zuurstof en het hout gaat rotten. Hierdoor neemt de draagkracht van het hout af en zakt het bovenliggende gebouw ook. Houten paalfunderingen worden ook toegepast met minder palen. Er wordt in de bouwhistorie onderscheidt gemaakt in de Amsterdamse- en de Rotterdamse fundering. Bij deze funderingstechnieken worden houten palen de grond ingedreven en op stuit of op kleef gefundeerd. Ook hiervoor geldt dat het hout altijd onder het grondwater geplaatst dient te blijven. Palen worden tegenwoordig ook van beton gemaakt. Ook zijn er houten palen met betonnen oplengers. Het voordeel van beton is dat het niet zo gevoelig is voor vocht en zuurstof als hout. Ook kan een betonnenpaal met een betonnen funderingsbalk momentvast worden verbonden.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

De tekst is gebaseerd op:

  • Bureau Helsdingen
  • E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p174
  • E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p418

Verder lezen[bewerken | brontekst bewerken]