De eigenaar bepaalt de kwaliteit van de restauratie

Uit Agriwiki

De meeste eigenaren die hun boerderij laten restaureren doen dat slechts één maal in hun leven. Toch hangt de kwaliteit van een restauratie in grote mate af van de opdrachtgever. Hierbij zijn de volgende dingen belangrijk. Welke houding heeft de eigenaar ten opzichte van het gebouw? Hoeveel kennis heeft hij? Hoe goed wordt er naar het gebouw gekeken? En laat hij of zij zich door de juiste mensen adviseren? Dit bepaalt de kwaliteit van de restauratie en de soepelheid van het proces.

Houding ten opzichte van het gebouw[bewerken | brontekst bewerken]

Het is heel belangrijk in welke mate de eigenaar een cultureel bewustzijn heeft. Is de eigenaar zich bewust van het belang van het behoud van de historische boerderij? Als het om een rijksmonument gaat is dat meestal geen probleem. De eigenaar weet dan dat hij of zij een bijzonder pand heeft. Maar of hij of zij ook bereid en/of in staat is daar financiële offers voor te brengen is een andere vraag. Soms is het voor een eigenaar ook niet helemaal duidelijk wat de waarde van de boerderij is. Soms worden boerderijen alleen als ‘oud en versleten’ ervaren en niet ‘waardevol om te behouden’. Bij boerderijen komt het nogal eens voor dat de eigenaar (meestal een agrariër) er al zijn hele leven woont. Sommigen van hen zijn het harde werken en al dat onderhoud gewoon zat. Zeker als de jaren gaan tellen. Als je al je hele leven in een oud pand woont, zie je soms niet meer dat het bijzonder is. Een frisse blik van buiten kan dan welkom zijn. Uit de praktijk blijkt gelukkig dat het grootste deel van de eigenaars een positieve houding heeft. Zij zijn zich voldoende bewust van de cultuurhistorische waarde van de boerderij.

De houding van de eigenaar ten opzichte van het gebouw bepaalt hoe hij in het restauratieproces stapt. Deze houding bepaalt ook hoe de eigenaar omgaat met vragen over restauratie-ethiek. Uitgangspunt van de restauratie-ethiek is dat men probeert het bestaande historische materiaal te behouden. Alle ingrepen probeert men zo te doen dat de authenticiteit van het gebouw zo min mogelijk wordt aangetast. Voor een goede restauratie is het belangrijk om het gebouw als uitgangspunt te nemen. Nieuwe functies moeten op een respectvolle en logische manier in het gebouw gepast worden. Daarbij is het belangrijk dat de nieuwe onderdelen bij het bestaande gebouw passen. Dus geen roetjes in een oude staldeur. Men plaatst immers ook geen stalraampjes in de voorgevel. Het is de kunst om een sober en doelmatig gebouw sober en doelmatig te restaureren.

Kennis[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste opdrachtgevers storten zich vol overgave in het restauratieproject, waardoor ze in korte tijd van een volslagen leek veranderen in een beginnend professional. Aan het einde van het traject hebben ze de kennis die ze aan het begin nodig hebben. Dat is jammer want de belangrijkste beslissingen worden in het begin genomen. Het opzetten van deze Agriwiki is een van de manieren waarop de boerderijenstichtingen de eigenaren hierbij willen helpen. Daarnaast is er de vraagbaak van Agrarisch Erfgoed Nederland voor specifieke concrete vragen. http://www.agrarischerfgoed.nl/vraagbaak.html

Kijken[bewerken | brontekst bewerken]

Het begint allemaal met kijken. Goed kijken is een kunst. Hoe meer kennis men van historische gebouwen heeft, hoe meer men ziet. Neem nu een gevel: het metselwerk bestaat uit baksteen; welke maat, kleur en hoe is het oppervlakte? Het voegwerk, hoe ziet dat eruit? Welk metselverband is gebruikt? Zitten er onregelmatigheden in het metselwerk? Wat vertellen die? Heeft er vroeger een venster gezeten? Of was de muur vroeger lager en zit er een bouwnaad in het metselwerk? Al dit soort gegevens worden bouwsporen genoemd. Bouwsporen zijn allemaal losse puzzelstukjes die samen de bouwgeschiedenis van de boerderij vertellen. Door goed te kijken komt men heel veel te weten.

Een kwalitatief goede restauratie is gebaseerd op kennis, kijken en respect hebben voor het historische gebouw. Restaureren: Kijken+kennis+respect=kwaliteit

Adviseurs[bewerken | brontekst bewerken]

Een van de eerste keuzes die gemaakt moet worden, is de keuze van de architect of bouwkundige. Deze zal het project gaan tekenen en/of begeleiden. Dit is waarschijnlijk ook de belangrijkste beslissing. Kies in ieder geval voor een bureau dat aantoonbaar ervaring heeft met historische boerderijen. Ga uitgevoerde projecten van verschillende bureaus bekijken en praat met de eigenaars. Kies in ieder geval nooit voor een architect die alleen maar nieuwbouw projecten heeft gedaan. Ook al zegt deze dat hij ook kan restaureren en dat hij goedkoper is. Restaureren is echt een andere tak van sport dan nieuwbouw! Het voortraject van een restauratie vraagt nu eenmaal vrij veel tijd. Hierop bezuinigen is echter misplaatste zuinigheid. Onkunde en verkeerde zuinigheid in het voortraject hebben altijd twee slachtoffers; De authenticiteit van het gebouw en de portemonnee van de eigenaar.

Het bovenstaande geldt ook voor de keuze van de aannemer. Een restauratieaannemer heeft echte vakmensen in dienst. Een ervaren restauratietimmerman heeft een veel bredere kennis en kan mooier werk maken dan een nieuwbouw timmerman. Daarnaast kunnen zij goed mee denken bij alle onverwachte keuzes die een restauratieproject met zich mee brengt. De vakkennis van de bouwvakkers bepaalt een groot deel van de uiteindelijke kwaliteit.

Ook de keuze van de constructeur is belangrijk. Een goede restauratiearchitect of bouwkundige werkt samen met een constructeur die verstand heeft van historische gebouwen. Een constructeur die alleen maar nieuwbouw doet, kan rampzalig uitpakken bij een oude boerderij. Hele goede gebintconstructies zijn vervangen omdat de constructeur niet wist wat hij met een historische constructie aan moest.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

De tekst is gebaseerd op:

  • Prof. Dr. N.J.M. Nelissen, Herbestemming van grote monumenten: een uitdaging, 1999, p 91

Links[bewerken | brontekst bewerken]