Boerderijen Noordoostpolder
De Noordoostpolder vormt het Noordoostelijke deel van de provincie Flevoland. Vanaf 1936 werden er voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd en in 1937 werd er totaal 31,5 kilometer dijk aangelegd. Op 13 januari 1941 was de dijk helemaal gesloten en kon het droogmalen van de polder beginnen. Het volgende jaar, op 9 september 1942 lag de polder officieel droog.
De boerderijen van de Noordoostpolder speelde hierin een cruciale rol. De eerste boerderijen werden in de Tweede Wereldoorlog gebouwd aan de oostkant van de polder. Deze zogenoemde cultuurboerderijen lagen vaak aan het begin van een weg en waren de kernpunten vanuit waar de polder werd ontgonnen. Op 19 december 1947 werden de eerste 103 bedrijven verpacht. Directie Wieringermeer was verantwoordelijk voor het ontginnen, bouwrijp maken en inrichten van de nieuwe IJsselmeerpolders. De Directie bouwde de boerderijen in eigen beheer waardoor de ook zelf konden bepalen wie de pachters werden.
In de eerste ronde van bedrijven mochten alleen pioniers zich opgeven. Dit waren personen die vóór augustus 1945 al tenminste 2 jaar in de polder hadden gewerkt, tenminste 26 jaar waren, landbouwkundige kennis bezaten én een zekere hoeveelheid geld hadden. Naast deze criteria moesten de sollicitanten sociaal geschikt geacht worden door de Directie Wieringermeer. Het idee was om in de polder een nieuwe modelmaatschappij te creëren. Selecteurs van de Directie maakten onverwachte bezoeken aan mogelijke sollicitanten en beoordeelden deze op in hoeverre in ze in de modelmaatschappij pasten:
Het onderzoek bleef niet alleen beperkt tot landbouwkundige zaken. Als de vrouw tijdens het gesprek een sigaret rookte, de afwas te lang liet staan of de kinderen slordig gekleed en ongewassen door het huis renden werd daarvan een aantekening in het rapport van de selecteur gemaakt. ('Boerderijen in de Noordoostpolder, Flevoland Erfgoed).
Van de ca. 750 aan de voorwaarden aan de voorwaarden voldoende jongemannen solliciteerde bijna de helft naar een van de 103 bedrijven.
Bouwstijl[bewerken | brontekst bewerken]
Bij de bouw van boerderijen in de polder werd gekozen voor een gestandaardiseerde bouwwijze. Zo kon men tot een grotere bouwproductie komen. In de Wieringermeer was in de jaren '30 al ervaring opgedaan met gestandaardiseerde boerderijbouw. Hier waren een aantal series sterk van elkaar verschillende, door de overheid ontworpen, boerderijentypes gebouwd. De grote, traditionele boerderijen die in de oorlogsjaren al verschenen waren van het zogenoemde Wieringermeertype (specifiek type-D). Ze hadden een woongedeelte dat een directe verbinding had tot het bedrijfsgedeelte maar toch ook een zelfstandigheid had.
Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]
De crisisjaren in de jaren 30 en het begin van de oorlog leidde al snel tot materiaalschaarste, een gebrek aan geschoolde arbeiders en sterk stijgende bouwkosten. In 1942 leidde dit tot een algemeen bouwverbod. De Noordoostpolder was het enige gebied in Nederland waar de bouwstop niet van toepassing was. De Duitse bezetter achtte de Noordoostpolder als een belangrijke uitbreiding van het landbouwareaal én als een belangrijk proefproject voor de ontginning van gebieden in het oosten van Europa. Ook paste het project goed binnen de Blut und Boden-filosofie van de Nazi's waarbij de boer de basis is van een zuiver Germaans volk. Deze redenen, samen met het belang van een doorlopende voedselproducten, zorgde ervoor dat er in de Noordoostpolder aanzienlijk langer doorgebouwd kon worden dan op andere plekken in Nederland.
In 1942 werd begonnen met de bouw van 60 nieuwe ontginningsboerderijen van de types Q7 (speciaal voor akkerbouw) en S6 (speciaal voor gemengd bedrijf). De vormgeving van deze boerderijen was afgeleid van de Wieringermeerboerderijen van het type D. Dit waren de eerste permanente gebouwen op het nieuwe land van de Noordoostpolder. De ontginning vond vanuit het oosten plaats waardoor deze boerderijen alleen in het oosten van de polder te vinden zijn. Vanaf 1944 werden ook de bouwwerkzaamheden in de Noordoostpolder minder.
De Noordoostpolder werd in de oorlogsjaren slechts door een beperkt aantal boeren bewoond en door enkele duizenden, in barakkenkampen wonende arbeiders, die werden ingezet voor het ontginnen van de polder. Hier werkte ook een grote groep onderduikers die er relatief veilig konden verblijven omdat de bezetter baat had bij hun werk.
Wederopbouw[bewerken | brontekst bewerken]
In de wederopbouwperiode werden de boerderijen nog sterker gestandaardiseerd door geld- en materiaalgebrek. Desondanks zijn er nog vele verschillende typen boerderijen in de Noordoostpolder gebouwd. De verschillen zijn voornamelijk gerelateerd aan de omvang en aard van het bedrijf. Binnen de gestandaardiseerde typen zijn weer diverse variaties te vinden, die worden veroorzaakt door de indeling van de schuur en de plaatsing van de woning ten opzichte van het bedrijfsgedeelte. Dit alles resulteerde uiteindelijk in 12 hoofdtypen en tientallen hiervan afgeleide, tussen 1943 en 1960 gebouwde boerderijtypen.
Door de gestandaardiseerde bouw verschillen de boerderijen van de IJsselmeerpolders sterk met de boerderijen van het oude land. De boerderijen van de Noordoostpolder, zijn net als die van de Wieringermeer en Oostelijk Flevoland, opgezet volgens de ideeën van moderne bedrijfsvoering. Het bouwmateriaal bestond grotendeels uit materiaal dat vóór de oorlog zelden voor boerderijen werd gebruikt.
In de periode tot 1963 zijn in de Noordoostpolder 1577 landbouwbedrijven verpacht. Dit betreft gemengde bedrijven en akkerbouwbedrijven. De gemengde bedrijven bevonden zich vooral aan de randen en in het noorden van de polder terwijl de akkerbouwbedrijven vooral in het midden en zuiden van de polder te vinden waren. Er zijn 22 verschillende hoofdtypen en ca. 57 varianttypen van boerderijen tot stand gekomen, aangeduid met letter- en cijfercombinaties.
Ondanks de grote variatie zijn er ook een aantal gemeenschappelijke kenmerken. De boerderijen liggen vrijwel allen dicht aan de weg, aan de korte zijde van de kavel. De entree tot het erf wordt gemarkeerd door achthoekige met erfnummer en conische betonnen palen. Qua erfinrichting zijn de windsingels rondom de erven van groot belang. Deze waren niet alleen functioneel, om de boerderij van beschutting te voorzien, maar waren ontworpen door stedenbouwkundige J.C. Pouderoyen en landschapsarchitect J.T.P. Bijhouwer als landschappelijke waarde. Ze versterken de visuele samenhang tussen de agrarische bedrijven en het polderlandschap.
De eerste naoorlogse schuren in de Noordoostpolder waren houten noodschuren. Deze werden gebouwd uit onderdelen van Belgische legerbarakken. Vanaf 1952 werden deze houten gebouwen vervangen door permanente schokbetonnen schuren. De rechthoekige schuren met gelamineerd spanten gevels van schokbeton zijn nog steeds beeldbepalend voor de Noordoostpolder.
Montagebouw[bewerken | brontekst bewerken]
In de Noordoostpolder ontstaan in 1949 de eerste 121 voor Nederland ontwikkelde montageboerderijen van schokbeton. Hiervoor werd gekozen omdat het materiaal sterk, duurzaam, relatief goedkoop en brandveilig is. Ook vergt het maar weinig onderhoud en is het geschikt voor een hygiënische bedrijfsvoering. Vanaf de jaren 1950 werd beton structureel meer toegepast in de boerderijenbouw.
Ondanks de vele voordelen van montagebouw met geprefabriceerde onderdelen, bleek al snel dat dit alleen mogelijk en rendabel was wanneer er sprake was van een zeer goede organisatie en goede samenwerking tussen opdrachtgever, fabriek, monteur, leverancier en aannemer. Uiteindelijk werd het meestal niet gebruikt voor complete boerderijen, maar voor onderdelen van de gebouwen.
Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]
- Lamberts, Bé. Jaarboek Monumentenzorg 2003. Boerenbedrijvigheid, voortgang en behoud, 2003.
- Lamberts, Bé. Boerderijen: Categoriaal onderzoek wederopbouw 1940-1965, 2007. In opdracht van het Projectteam Wederopbouw van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten.
- 'Boerderijen in de Noordoostpolder.' Flevoland Erfgoed, https://www.flevolanderfgoed.nl/home/erfgoed/noordoostpolder-2/boerderijen.html. Geraadpleegd op 1 december 2023.