Beschermd stads- en dorpsgezicht
Een beschermd stads- en dorpsgezicht is een afgebakend gebied waar voor alle gebouwen, ook de panden die geen monument zijn, aanvullende eisen gelden om het bestaande karakter te behouden.
Historisch karakter[bewerken | brontekst bewerken]
Alle beschermde gezichten zijn op een of andere manier van bijzonder cultuurhistorisch belang. Dat kan in de loop van eeuwen gegroeid zijn. Bijvoorbeeld in de binnenstad van Leiden of langs de Lingedijk bij Oosterwijk. Het kan ook speciaal ontworpen zijn, zoals de mijnkoloniën in Zuid-Limburg en het tuindorp Agnetapark in Delft. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Infrastructuur en Milieu wijzen deze gebieden aan als rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht om zo het historisch karakter veilig te stellen. Ook het college van B&W kan een gebied aanwijzen als een gemeentelijk beschermd stads- en dorpsgezicht. Dat kan alleen als het college daartoe de bevoegdheid heeft op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening of monumentenverordening.
Aantal gezichten[bewerken | brontekst bewerken]
Sinds 1961, toen de Monumentenwet van kracht werd, zijn er door het rijk zo’n 430 stads- en dorpsgezichten aangewezen; voor een aantal loopt de procedure nog. Het gaat om ongeveer 300 gezichten van vóór 1850, vooral in binnensteden zoals in Delft en Sneek, en 170 jongere gezichten uit de periode 1850-1940, variërend van de strafkolonie Veenhuizen in Drenthe tot het veenontginningsgebied Helenaveen-Griendtsveen in Brabant en het boerderijen dijklint langs de Lingedijk ten westen van Leerdam.
Aanwijzing[bewerken | brontekst bewerken]
Het Monumenten Selectie Project (MSP) was voor de aanwijzing van gezichten uit de periode 1850-1940 de laatste fase. In de eerste helft van 2011 waren de beschermingsprocedures afgerond voor onder andere het Oostwold in Groningen, het Westhoutkwartier in Alkmaar en het Prins Hendrikpark in Baarn. Voor waardevolle gebieden van ná 1940 zet de rijksoverheid vooral in op het instrument van de ruimtelijke ordening.
Consequenties[bewerken | brontekst bewerken]
Een aanwijzing tot beschermd stads- of dorpsgezicht betekent niet dat die plek ‘op slot gaat’. Wel dat bij verdere ontwikkelingen rekening wordt gehouden met de bijzondere aspecten ervan. Is een gebied eenmaal aangewezen, dan stelt de gemeente een bestemmingsplan op met een beschermend en conserverend karakter waarin het cultuurhistorisch belang wordt meegenomen. Ook de eigenaren van panden binnen de gezichten moeten bij voorgenomen wijzigingen rekening houden met de bijzondere karakteristieken ervan. Sommige panden zijn al een gemeentelijk of rijksmonument - voor die eigenaren verandert er dan weinig. Eigenaren van niet-monumenten in aangewezen stads- of dorpsgezichten zullen bij veel van de plannen voor wijziging voortaan ook een omgevingsvergunning moeten aanvragen. Ze kunnen daarvoor terecht bij de gemeente. Voor bouwplannen aan de achterzijde zijn er voor de niet monumentale panden speciale criteria van kracht over het vergunningsvrij bouwen.
Online raadplegen[bewerken | brontekst bewerken]
Alle rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten in Nederland zijn vanaf 30 juni 2011 online in kaart gebracht: Stads- en dorpsgezichtenkaart Met deze link kun je de kaart met alle locaties bekijken. Nuttig voor bewoners en voor professionals die zich bezighouden met ruimtelijke planning zoals stedenbouwers, planologen en andere professionals werkzaam bij gemeente, provincie, rijk en adviesbureaus. Zij kunnen deze meenemen bij hun ruimtelijke plannen en planontwikkeling.
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
De tekst is gebaseerd op: