Afweerkruis
Een afweerkruis is een symbool dat boven keldervensters werd aangebracht om onheil af te wenden van de opgeslagen producten.
Verspreiding en functie[bewerken | brontekst bewerken]
Om allerlei vormen van onheil af te wenden, werden boerderijen vroeger wel eens voorzien van afweerkruizen. In Zuid-Holland en Noord-Brabant tref je zo’n afweerteken nog vaak aan boven of tussen de keldervensters van een historische boerderij. Ze schenen bedoeld te zijn om de wintervoorraad te beschermen tegen boze geesten. Ze moesten de zegen afroepen over de melk die in de kelder werd bewaard en over de boter en de kaas die ervan werd gemaakt. Daarnaast moesten de kruizen bescherming bieden tegen het ‘boze oog’, tegen bederf van voorraden, tegen veeziektes en tegen ongedierte. Ook zijn er wel bronnen die beweren dat de kruizen waren bedoeld om de woning tegen heksen te beschermen. Dat de duivel daarbij werd gezien als de kwade macht, bewijst een gezegde uit Schipluiden: ‘Het kruis weert duivel van melk en zuivel’.
Uitvoering[bewerken | brontekst bewerken]
Afweerkruizen zijn er in verschillende uitvoeringen. Bij boerderijen in het Delf- en Schieland zijn afweerkruizen vaak met kalk aangebracht, eventueel als bekroning van een (boogvormige) omlijsting. Soms zijn ze onopvallend, maar vaak ook groot of uitgespaard in een wit vlak. Een andere keer zijn zwarte of rode kruizen op een witte ondergrond geschilderd en een enkele keer vind je een wit kruis op een rechthoekig, soms hartvormig zwart of donkergroen vlak.
De kruizen worden voor het eerst vermeld aan het einde van de achttiende eeuw, maar waarschijnlijk kwamen ze al vroeger voor. Tegenwoordig geloven we niet meer in de onheilwerende werking van afweerkruizen. Desondanks verdienen ze het toch behouden te blijven. Ze houden de herinnering levend aan een oud volksgeloof.
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
De tekst is gebaseerd op:
- Landleven 5e jaargang, nummer 2 – maart/april 2000
- Nederland dichtbij Boerderijen