2.3 Kleuronderzoek: de kleurentrap
Bij een zorgvuldige restauratie hoort een kleurkeuze die gebaseerd is op de historie van het betreffende pand. Het is van belang om in een vroeg stadium van een restauratie of schilderbeurt over kleur na te denken. Een makkelijke manier om een snelle indruk te krijgen van de kleurhistorie van een pand is de toverbal. Daarna kan er een de kleurentrap worden gemaakt.
De kleurentrap
De kleurlijntjes die bij een toverbal tevoorschijn komen zijn zo fijn, dat ze niet gebruikt kunnen worden om de gevonden kleuren te benoemen. Hiervoor is een andere onderzoeksmethode nodig: de kleurentrap. Een kleurentrap wordt gemaakt door met een zeer scherp mesje, een scalpel, steeds 1 cm² van het verfpakket laag voor laag af te krabben. Bij elke laag wordt een vakje opgeschoven. Zo ontstaat er een trap met opeenvolgende kleuren. De gevonden kleuren worden benoemd en genummerd, waarbij 0 de ondergrond is en de laatste laag het hoogste nummer krijgt. Vervolgens worden de kleuren beschreven bijvoorbeeld ‘wit met een beetje geel’. Ook notities over de aard van de verflaag zijn nuttig (bijvoorbeeld hard, glad, bros, dik of dunne laag of craquelé). Vervolgens worden de kleuren opgezocht in een kleurenwaaier en de nummers genoteerd.
Hoewel de verftrap een duidelijker beeld van de kleuren geeft dan de toverbal, heeft deze methode dezelfde problemen. Het bepalen van de juiste kleur op de kleurenwaaier vraagt om een nauwkeurige blik, voldoende licht en geduld. Dan nog kunnen verschillende mensen tot enigszins verschillende keuzes komen. En zelfs op de dikste waaier zit lang niet altijd de gezochte kleur. Bovendien moet altijd goed in gedachten worden gehouden, dat de kleur die we vinden niet altijd de kleur is, die werkelijk gebruikt werd. Kleuren kunnen door diverse omstandigheden verkleuren. Als u de tijd heeft, controleer de kleuren na een week nog een keer; sommige kleuren verdonkeren als ze afgedekt worden en trekken weer bij als ze een tijdje aan het daglicht blootgesteld worden. Om de kleurentrap te kunnen interpreteren, moeten we eerst meer weten over verf en de toepassing ervan. De interpretatie van de gevonden kleuren en de uiteindelijke kleurkeuze. Zie hiervoor de “Lees Verder” onderaan dit lemma.
Zelf aan de slag
Voor een kleurentrap zijn geduld, een vaste hand en een scalpel nodig. Dit is een houder met verwisselbare mesjes die te koop is bij de betere kantoorboekhandel, teken- of hobbyzaak. De mesjes zijn erg scherp en worden in de steriele versie ook gebruikt bij operaties. Dus pas op! Voordat u begint kunt u het best eerst oefenen op een plankje. In de verf worden vakjes gesneden van 1 cm². Laag voor laag wordt de verf voorzichtig afgekrabd. Soms lukt het om een laag eraf te steken. Dit heeft als nadeel dat je snel meerdere lagen tegelijk afsteekt. Met de toverbal kunt u controleren of u geen lagen overslaat. Toch is afsteken beter dan krabben, want de huid van de verflaag blijft op die manier intact. Hierdoor komt de verf in het zicht zoals die vroeger ook in het zicht was. Als de laag afgekrabd wordt, kijk je meer naar een beschadigde verflaag. Bij sommige kleuren kan dit veel uitmaken.
De ene laag laat zich mooier blootleggen dan de andere.
- Lijnolieverflagen kunnen erg hard en bros zijn.
- Synthetische verf laat zich soms als een plastic velletje afsteken.
- Een aflaklaag hecht meestal erg goed op een grondlaag, waardoor de laatste zich moeilijk bloot laat leggen.
- Een verflaag die, voordat hij werd overgeschilderd, niet goed schoongemaakt en geschuurd is, laat zich door de slechte hechting vaak mooi bloot leggen.
Een kleurenwaaier die voor kleuronderzoek geschikt is, bevat heel veel kleuren, maar is niet goedkoop. Als u er zelf geen heeft, kunt u er één bestellen of misschien (kort) lenen bij een goede verfwinkel of een schilder. Kleurenstaaltjes uit folders zijn niet geschikt voor dit doel.
Verder lezen
- Het boek ''Kleur op boerderijen''
- 1.0 Historisch verantwoord kleurgebruik
- 2.0 Stel het nadenken over kleuren niet uit tot de schilder komt
- 3.0 Traditionele verf
- 4.0 Kalkverf en andere waterachtige verven
- 5.0 Teer, teerproducten en teervervangers
- 6.0 Kleurgebruik op boerderijen
- 7.0 De ontwikkeling van het kleurgebruik op het exterieur
- 8.0 Regionale verschillen in kleurgebruik in het Groene Hart
- 9.0 De ontwikkeling van het kleurgebruik in het interieur
- 10.0 Verkleuren van verf
- 11.0 De kleurkeuze
- 12.0 Kleur, monumenten en welstand
- 13.0 Kleurnummers
Bron
Deze tekst is gebaseerd op:
- Ineke de Visser, Kleur op boerderijen. In het groene hart van Holland (Hardinxveld-Giessendam 2006)
Deze publicatie is tot stand gekomen door eigen onderzoek en o.a. de volgende bronnen:
- M. de Keijzer en P. Keune, Pigmenten en bindmiddelen (Amsterdam, 2001)
- L. Simis, bewerkt door H. Janse, en J. Berghuis jr., Schilder- en Verfkunst (’s-Gravenhage, z.j.)
- H.J. Zantkuyl, Bouwen in Amsterdam (Amsterdam, 1973-1992 p. 94-108)