Teren

Uit Agriwiki
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Met name in Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland hebben boerderijen en schuren van oudsher vaak houten wanden. Die werden onderhouden met houtteer en later met koolteer. Dat is tegenwoordig verboden, maar er zijn alternatieven.

In Noord-Holland en Zeeland is houtbouw eeuwenlang een traditie geweest. Wat Noord-Holland betreft is dat niet zo verwonderlijk, want daar was een uitgebreide houtindustrie ten behoeve van de scheepsbouw. Bovendien is hout lichter dan steen en deze eigenschap komt op een drassige, weinig draagkrachtige bodem goed van pas. Maar ook geteerde wanden met wit omrande poorten, deuren en ramen vormen die nog steeds markante elementen in het landschap.

Houtteer en koolteer

Houtbouw moet natuurlijk tegen de weersinvloeden worden beschermd. Vanaf de Middeleeuwen en misschien nog wel eerder werd hiervoor houtteer gebruikt. Dat is een dikke, bruin gekleurde vloeistof die uit hout wordt gestookt. Wanden die er mee werden behandeld, kleurden aanvankelijk bruin. Later veranderde de kleur onder invloed van het weer in grijs of zelfs paars. De aard van de verkleuring was mede afhankelijk van de houtsoort waaruit de teer was gestookt. Omdat houtteer erg brandbaar was, werd het gebruik in veel steden al snel verboden.

Uit het Noord-Hollandse Hoorn is een keur met die strekking uit 1528 bekend. Op het platteland bleef houtteer langer in gebruik, evenals het gebruik van hout als bouwmateriaal. Dat is begrijpelijk, want de bebouwing was er minder dicht, waardoor de kans op een overslaande brand kleiner was. Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd voor het teren van houten wanden steeds vaker een mengsel van carbolineum en koolteer gebruikt. Dit waren afvalproducten van de fabrieken die steenkool vergasten. Koolteer was hierdoor goedkoop, maar het aanzien van de houten wanden veranderde wel door het gebruik. Ze kleurden van bruin naar zwart. De houten wanden werden in de regel één keer per jaar geteerd en de zuidgevel soms nog vaker. Hierdoor ontstond er op den duur een dikke teerlaag op het hout. Alleen op de buitenkant overigens, want de binnenzijde bleef onbehandeld. Daardoor kon het hout blijven ademen, waardoor onder meer schimmelgroei in de planken werd voorkomen.

Alternatieven

Als gevolg van de aangescherpte milieuwetgeving is het gebruik van de ouderwetse koolteer niet meer toegestaan. Een goed alternatief is de milieuvriendelijke houtteer (voor eerder behandeld hout) die in Scandinavië al eeuwen wordt gebruikt. Het product bestaat voor tenminste 93 % uit natuurzuivere ingrediënten. Voor nieuw, nog onbehandeld hout is er bruinoleum.

Bron

De tekst is gebaseerd op:

  • 'Het Onderhoud van Houten Wanden', Landleven 5e jaargang, nummer 5- september/oktober 2000

Links

Verder lezen

  • Ineke de Visser, Kleur op boerderijen. In het groene hart van Holland (Hardinxveld-Giessendam 2006)