Standolieverf
Kennis over verschillende soorten verf is voor een goede restauratie nodig. Een voorbeeld hiervan is standolieverf. Elke verf heeft twee belangrijke bestanddelen; het pigment en het bindmiddel. Een pigment is een poedervormige stof die kleur geeft aan de verf. Het bindmiddel zorgt ervoor dat de pigmentdeeltjes aan elkaar en aan de ondergrond hechten. Standolie is zo’n bindmiddel.
Standolie wordt gemaakt door lijnolie lange tijd te verhitten, waardoor de olie dikker wordt. Verf gemaakt met standolie werd vanaf de tweede helft van de 18de eeuw tot circa 1960 gebruikt. De verf droogt op dezelfde manier als lijnolieverf, alleen trager. Standolieverf glanst meer, is duurzamer dan lijnolieverf en werd om die reden voornamelijk buiten gebruikt. Met standolie werd in het verleden onder andere de bekende standgroene verf gemaakt.
Bij het maken van een kleurentrap is standolieverf moeilijk te onderscheiden van lijnolieverf. Voor doe-het-zelf kleuronderzoek is het verschil niet zo belangrijk.
Verder lezen
- Het boek ''Kleur op boerderijen''
- 1.0 Historisch verantwoord kleurgebruik
- 2.0 Stel het nadenken over kleuren niet uit tot de schilder komt
- 3.0 Traditionele verf
- 4.0 Kalkverf en andere waterachtige verven
- 5.0 Teer, teerproducten en teervervangers
- 6.0 Kleurgebruik op boerderijen
- 7.0 De ontwikkeling van het kleurgebruik op het exterieur
- 8.0 Regionale verschillen in kleurgebruik in het Groene Hart
- 9.0 De ontwikkeling van het kleurgebruik in het interieur
- 10.0 Verkleuren van verf
- 11.0 De kleurkeuze
- 12.0 Kleur, monumenten en welstand
- 13.0 Kleurnummers
Bron
Deze tekst is gebaseerd op:
- Ineke de Visser, Kleur op boerderijen. In het groene hart van Holland (Hardinxveld-Giessendam 2006)
Deze publicatie is tot stand gekomen door eigen onderzoek en o.a. de volgende bronnen:
- M. de Keijzer en P. Keune, Pigmenten en bindmiddelen (Amsterdam, 2001)
- L. Simis, bewerkt door H. Janse, en J. Berghuis jr., Schilder- en Verfkunst (’s-Gravenhage, z.j.)
- H.J. Zantkuyl, Bouwen in Amsterdam (Amsterdam, 1973-1992 p. 94-108)