Spatkracht: verschil tussen versies

Uit Agriwiki
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Een kracht die voortkomt uit een kap- of gewelfconstructie die ervoor zorgt dat de ondersteunende constructie naar buiten wordt gedrukt. De belasting op de kap of het gewelf wil de constructie naar beneden drukken, maar dit wordt tegengewerkt door de onderconstructie die onder de zijkanten van de kap of gewelfconstructie geconstrueerd zijn. De neerwaartse druk wordt hierdoor omgezet in een horizontale druk en drukt de onderliggende constructie weg.
+
Een spatkracht is de horizontale kracht die uit een kap komt en de zijmuren naar buiten drukt. Ook bij kerken met gemetselde gewelven moeten de  spatkrachten goed opgevangen worden. Bij gotische kathedralen worden de spatkrachten opgevangen door luchtbogen.
Spatkrachten kunnen worden opgevangen door het creëren van driehoeken in de constructie. Of door het opvangen van de bovenliggende constructie in het midden en deze kracht direct naar de vaste grond af te voeren.
+
 
 +
===Krachtenspel in een kapconstructie===
 +
Een kapconstructie wordt verticaal belast. Het gewicht van de constructie zelf en bv. sneeuw drukken verticaal op de kap. Nu is de kap opgebouwd uit schuine sporen die ondersteund worden door de kapconstructie. In deze schuine schoren worden de verticale belasting verdeeld in krachten evenwijdig aan de spoor (langskrachten) en krachten dwars op de spoor. Deze dwarskrachten worden (grotendeels) opgevangen door de kapconstructie die de spoor ondersteund. Op de plek waar de schuine spoor op de verticale muur rust, worden de langskrachten ontbonden (verdeeld) in verticale en horizontale krachten. De verticale krachten worden afgedragen naar de fundering.  Deze horizontale krachten worden spatkrachten genoemd. Deze spatkrachten zorgen nogal eens voor problemen.
 +
 
 +
===Schade door spatkrachten===
 +
De horizontale spatkrachten worden in een boerderij meestal niet goed opgevangen. Achtergevels van boerderijen hebben vaak last van [[metselwerk herstellen|scheuren]] door de spatkrachten. De gevel scheurt op het zwakste punt tussen de hoek boven de groepdeuren en de dakrand. Ook kunnen zijgevels helemaal scheef gedrukt worden.  
 +
 
 +
===Spatkrachten opvangen===
 +
Er zijn verschillende manieren om spatkrachten geheel of gedeeltelijk op te vangen:
 +
* Spatkrachten kunnen worden opgevangen door het creëren van driehoeken in de constructie.  
 +
* De krachten uit de bovenliggende constructie in het midden opvangen en deze kracht direct naar de vaste grond af te voeren.  
 +
* Een trekstang aanbrengen tussen de [[schoor|schoren]] op een zo laag mogelijk punt kan veel van de spatkrachten opvangen.
 +
* Alle [[spoor|sporen]] goed doorspijkeren naar de [[gebintplaat]] zorgt ervoor dat een groot deel van de spatkrachten opgevangen wordt door de gebinten. Dit kan alleen als het riet van de kap af is.
 +
* Alle balken van de [[groep]] voorzien van een [[muuranker]] en deze goed doorspijkeren naar de [[schofboom]]. Als de zijmuren erg scheef zakken kunnen er steunberen aangebracht worden. 
  
 
===Bron===
 
===Bron===
 
De tekst is gebaseerd op:
 
De tekst is gebaseerd op:
 
* E.J. Haslinghuis en H. Janse ''Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie'' (4de druk, Leiden 2001), p.424
 
* E.J. Haslinghuis en H. Janse ''Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie'' (4de druk, Leiden 2001), p.424
* [http://www.bureauhelsdingen.nl/ Gedeeltelijk eigenwerk Bureau Helsdingen]
+
* Bureau Helsdingen
  
 
[[Categorie:houtconstructies]]
 
[[Categorie:houtconstructies]]
 
[[Categorie:metselwerk]]
 
[[Categorie:metselwerk]]

Huidige versie van 12 jun 2012 om 14:34

Een spatkracht is de horizontale kracht die uit een kap komt en de zijmuren naar buiten drukt. Ook bij kerken met gemetselde gewelven moeten de spatkrachten goed opgevangen worden. Bij gotische kathedralen worden de spatkrachten opgevangen door luchtbogen.

Krachtenspel in een kapconstructie[bewerken | brontekst bewerken]

Een kapconstructie wordt verticaal belast. Het gewicht van de constructie zelf en bv. sneeuw drukken verticaal op de kap. Nu is de kap opgebouwd uit schuine sporen die ondersteund worden door de kapconstructie. In deze schuine schoren worden de verticale belasting verdeeld in krachten evenwijdig aan de spoor (langskrachten) en krachten dwars op de spoor. Deze dwarskrachten worden (grotendeels) opgevangen door de kapconstructie die de spoor ondersteund. Op de plek waar de schuine spoor op de verticale muur rust, worden de langskrachten ontbonden (verdeeld) in verticale en horizontale krachten. De verticale krachten worden afgedragen naar de fundering. Deze horizontale krachten worden spatkrachten genoemd. Deze spatkrachten zorgen nogal eens voor problemen.

Schade door spatkrachten[bewerken | brontekst bewerken]

De horizontale spatkrachten worden in een boerderij meestal niet goed opgevangen. Achtergevels van boerderijen hebben vaak last van scheuren door de spatkrachten. De gevel scheurt op het zwakste punt tussen de hoek boven de groepdeuren en de dakrand. Ook kunnen zijgevels helemaal scheef gedrukt worden.

Spatkrachten opvangen[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn verschillende manieren om spatkrachten geheel of gedeeltelijk op te vangen:

  • Spatkrachten kunnen worden opgevangen door het creëren van driehoeken in de constructie.
  • De krachten uit de bovenliggende constructie in het midden opvangen en deze kracht direct naar de vaste grond af te voeren.
  • Een trekstang aanbrengen tussen de schoren op een zo laag mogelijk punt kan veel van de spatkrachten opvangen.
  • Alle sporen goed doorspijkeren naar de gebintplaat zorgt ervoor dat een groot deel van de spatkrachten opgevangen wordt door de gebinten. Dit kan alleen als het riet van de kap af is.
  • Alle balken van de groep voorzien van een muuranker en deze goed doorspijkeren naar de schofboom. Als de zijmuren erg scheef zakken kunnen er steunberen aangebracht worden.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

De tekst is gebaseerd op:

  • E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.424
  • Bureau Helsdingen