Huidige versie |
Uw tekst |
Regel 11: |
Regel 11: |
| | | |
| === Omheining === | | === Omheining === |
− | De boomgaard en de moestuin waren vaak omheind om ongewenste bezoekers zoals kippen konijnen af te weren. Ook langslopende koeien, paarden en kwajongens konden en passant de nodige schade aanbrengen. Aangezien een deudgelijke scheiding noodzakelijk was gebruikte men wat in de naaste omgeving voorhanden was, of wat er plaatselijk gebruikelijk was. Een begrenzing kon bijvoorbeeld bestaan uit gevlochten takken, hekken, muren of sloten. In sommige gevallen werd er zelfs gracht om de moestuin gegraven; dit kwam vooral in Groningen voor. In de Krimpenerwaard kom je ook wel moestuinen en bloemtuinen tegen die door sloten zijn omgeven en via een brug toegankelijk zijn. | + | De boomgaard en de moestuin waren vaak omheind om ongewenste bezoekers zoals kippen konijnen af te weren. Een veelgebruikte omheining is de prikkende meidoorn. |
− | [[Bestand:Meidoornhaag als veekering - 392083 - onroerenderfgoed.jpg|miniatuur|Meidoornhaag]]
| |
− | | |
− | ==== Haag ====
| |
− | De haag is de meest voorkomende begrenzing van de moestuin. De hoogte van de haag werd bepaald door het bereik van de koe of het paard. Omdat zij niet bij de beplanting moesten kunnen komen, moest de haag vaak hoger dan een meter zijn. Om de producten uit de moestuin nog extra te beschermen werd graag voor een prikkende haag gekozen. Vooral de meidoornhaag was populair. Ook de niet prikkende beuken- of ligusterhaag kwam echter vaak voor.
| |
− | | |
− | In het Gooi, Staphorst en Giethoorn koos men vaak voor de hulsthaag waarvan zowel de bladeren als de besjes giftig zijn. Daarnaast blijft de hulsthaag het hele jaar groen waardoor deze het hele jaar door voor bescherming en beschutting zorgt.
| |
| | | |
| === Bronnen === | | === Bronnen === |