Gele pigmenten

Uit Agriwiki
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Om een helder gele kleur te maken had men vroeger slechts een beperkt aantal pigmenten die daarnaast ook een aantal minder gunstige eigenschappen hadden. Elke verf bestaat voor een groot deel uit twee belangrijke bestanddelen; het pigment en het bindmiddel. Een pigment is een poedervormige stof die kleur geeft aan de verf. Het bindmiddel zorgt ervoor dat de pigmentdeeltjes aan elkaar en aan de ondergrond hechten.

Historisch kleurgebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Bij een goede restauratie is een op de historie gebaseerde kleurkeuze belangrijk. Om de ontwikkeling van het historisch kleurgebruik te begrijpen, is enige kennis over de belangrijkste historische pigmenten nodig. Een voorbeeld hiervan zijn de helder gele pigmenten. Helder geel kan niet gemaakt worden uit okergeel of uit ijzeroxidegeel. Om heldergeel te maken waren andere pigmenten nodig. In de Middeleeuwen gebruikte men het kostbare loodtingeel. Vanaf de 18de eeuw kwam het mooie zachtgele Napelsgeel in gebruik. In de 19de eeuw had men daarnaast ook chromaatgeel en cadmiumgeel. Al deze pigmenten zijn duur en giftig, behalve chromaatgeel, maar dat verkleurt weer lelijk. Aan deze bezwaren kwam een eind in 1909 bij de ontdekking van het hansageel. Hoewel het een synthetisch pigment is, is het niet giftig en van prima kwaliteit.

Verkleuren[bewerken | brontekst bewerken]

Kleuren veranderen onder invloed van licht, warmte, vocht en bepaalde bestanddelen in de lucht. Bij boerderijrestauraties is een duur kleuronderzoek door een deskundige vaak een uitzondering en zodoende zal vaak genoegen genomen moeten worden met een doe-het-zelf kleuronderzoek. Daarom is het goed enige kennis te hebben over het verkleuren van verf. Licht, hitte, vocht, zuurstof, zuren, zwavelwaterstof, hydroxiden, en het bindmiddel in de verf zijn vijanden van de kleurvastheid van kleuren. Verschillende soorten geel kunnen onder sommige omstandigheden verkleuren. Loodtingeel, Napels geel en chromaatgeel zijn loodverbindingen. Alle loodverbindingen kunnen door zwavelverbindingen verkleuren van lichtgrijs tot diepzwart. In kalkverven hebben loodpigmenten last van verkleuring door oxidatie. Het loodhoudende pigment verkleurt dan naar vlekkerig zwart. Chromaatgeel wordt verwerkt in de kleur standgroen. Het geel in de verf wordt aangetast door zonlicht en neemt in sterkte af. Hierdoor komt het blauw meer naar voren in de verf. De verf verdonkert en krijgt een blauwe gloed.

Overzicht van de belangrijkste gebruikte gele pigmenten en kleuren van 1600-1950[bewerken | brontekst bewerken]

Veel gebruikte pigmenten zijn met een volle kleur weergegeven. Minder vaak gebruikte pigmenten zijn gestreept weergegeven in de tabel. Voor een compleet overzicht zie pigmenten.

Overzicht van de belangrijkste gebruikte gele pigmenten van 1600-1950.

Verder lezen[bewerken | brontekst bewerken]

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

Deze tekst is gebaseerd op:

  • Ineke de Visser, Kleur op boerderijen. In het groene hart van Holland (Hardinxveld-Giessendam 2006)

Deze publicatie is tot stand gekomen door eigen onderzoek en o.a. de volgende bronnen:

  • M. de Keijzer en P. Keune, Pigmenten en bindmiddelen (Amsterdam, 2001)
  • L. Simis, bewerkt door H. Janse, en J. Berghuis jr., Schilder- en Verfkunst (’s-Gravenhage, z.j.)
  • H.J. Zantkuyl, Bouwen in Amsterdam (Amsterdam, 1973-1992 p. 94-108)